Wat kun je doen tegen PMS?

De afkorting PMS staat voor PreMenstrueel Syndroom. Ofwel: een breed scala aan lichamelijke en mentale/emotionele klachten die de kop kunnen opsteken in de periode voordat je ongesteld wordt. In dit artikel vertellen we je meer over PMS, de klachten die erbij horen, en hoe je het herkent.

Bekende PMS-klachten zijn pijnlijke borsten, hoofdpijn, een opgeblazen gevoel, vocht vasthouden, hartkloppingen, duizeligheid, stemmingswisselingen, somberheid, prikkelbaarheid, woedeaanvallen, angstgevoelens, zenuwachtigheid, slapeloosheid, huilbuien én natuurlijk de bekende eetbuien (zin in zoet of zout en vet).

In de wetenschappelijke literatuur zijn zo ontzettend veel PMS-klachten beschreven (meer dan 100) dat het bijna onmogelijk is om helemaal nergens last van te hebben. Het gros van de vrouwen herkent dan ook wel een of twee premenstruele problemen. Pas als deze zo ernstig zijn dat ze je dagelijkse leven beïnvloeden, spreek je van PMS.

Hoe herken je PMS?

Karakteristiek voor PMS is dat de klachten in de laatste fase van de menstruatiecyclus ontstaan (na de ovulatie), weer afnemen aan het begin van de menstruatie en dat je minimaal één week klachtenvrij bent. Als je je klachten niet kunt linken aan je cyclus, is er iets anders aan de hand. Om in kaart te brengen of je PMS hebt, kun je twee maanden lang een menstruatiedagboek bijhouden of je cyclus in kaart brengen met een speciale app. Er is geen bloedtest om vast te stellen of je PMS hebt.

Iedereen die ongesteld wordt, kan PMS-klachten krijgen. Om hoeveel vrouwen het precies gaat, is onduidelijk. Het ligt er maar aan welk onderzoek je bekijkt én welke criteria daarin worden gehanteerd. Volgens de beroepsvereniging van gynaecologen NVOG heeft vijf procent van alle vrouwen tussen de 15 en 45 jaar er last van en komt PMS het vaakst voor bij vrouwen tussen de 35 en 45 jaar.

Oorzaak nog niet gevonden

Waardoor PMS ontstaat en waarom de een er meer last van heeft dan de ander, is niet helemaal duidelijk. Een eenduidige hormonale oorzaak is nog niet gevonden, al spelen hormonen wel een rol. Bij PMS ontstaan de klachten namelijk na de eisprong, die je ongeveer twee weken voor je menstruatie hebt. In die periode maakt het lichaam meer progesteron aan. Dit hormoon speelt een rol, al is het niet zo dat vrouwen met PMS meer progesteron (of andere hormonen) aanmaken. Hun hersenen lijken er wel gevoeliger voor te zijn.

Wat kun je doen tegen PMS?

Opties die kunnen helpen als je PMS-klachten wilt verminderen, zijn geregeld sporten of bewegen, voldoende slapen, stress vermijden, voor ontspanning zorgen, voldoende (water) drinken, gezond eten én over je klachten praten. Vooruitkijken kan ook helpen: als je je cyclus bijhoudt, kun je beter voorspellen wanneer je in de PMS-fase zit en daar rekening mee houden. Bijvoorbeeld door dat functioneringsgesprek niet te plannen als je weet dat je waarschijnlijk snel uit je slof schiet.

Zoals bij zoveel gezondheidsproblemen zijn leefstijlaanpassingen ook hier de eerste stap. Als deze geen effect hebben, wordt soms gedragstherapie geadviseerd. Soms wordt ook medicatie ingezet. Dit kunnen medicijnen zijn die de hormoonhuishouding beïnvloeden (denk aan hormonale anticonceptie, zoals de pil of het hormoonspiraaltje) of medicijnen die het serotoninegehalte in de hersenen beïnvloeden (antidepressiva). Er bestaat geen behandeloptie die voor iedereen werkt.

Bekijk ook de pagina over PMDD.

Bronnen:

De Gynaecoloog – PMS
Federatie Medisch Specialisten – PMS